Fossiele brandstof
Fossiele brandstoffen zijn energiebronnen zoals steenkool, aardolie en aardgas. Ze zijn ontstaan uit resten van planten en dieren die miljoenen jaren geleden zijn begraven en onder hoge druk en temperatuur brandbare stoffen zijn geworden. Bij verbranding leveren fossiele brandstoffen warmte en elektriciteit op. Ze kunnen ook worden gebruikt als grondstof voor producten.
Het nadeel van fossiele brandstoffen is dat er CO₂ en andere schadelijke stoffen vrijkomen als je ze verbrandt. Deze CO², in tegenstelling tot de CO² uit biomassa, heeft jarenlang in de aardbodem gezeten. Het voegt daarom extra broeikasgas toe aan de atmosfeer. Dit zorgt voor een toename van het broeikaseffect.
Bovendien zijn fossiele brandstoffen eindig: het heeft miljoenen jaren gekost om ze te vormen, maar wij gebruiken ze in een paar eeuwen op. Daardoor raakt de voorraad uiteindelijk uitgeput. Daarom worden ze in de energietransitie stap voor stap vervangen door duurzame alternatieven zoals zon, wind en waterkracht.